vrijdag 22 januari 2010

Bijbels breien

Op veel schilderijen van de Haagse school (eind 19de eeuw) zijn breiende meisjes te zien. Je zou bijna gaan denken dat we toen een kleine ijstijd beleefden, maar dat is toch niet het geval
Als je goed kijkt, zie je dat de meisjes kousen breien van zwarte of zwart-grijs gestreepte wol. Dat doet denken aan de uitdrukking ‘van de zwarte kousen kerk’ en dan zijn we heel wat dichter bij de oplossing van dit raadsel.

De zwarte kousen werden gedragen door het gereformeerde deel van de bevolking, in het bijzonder de zogenaamde Bevindelijk Gereformeerden, een orthodox onderdeel van de protestantse kerk. Het bekende boek van Jan Siebelink, Knielen op een bed violen, beschrijft deze gelovigen. Bevindelijk Gereformeerde gemeenten bevinden zich in bijvoorbeeld in Katwijk aan Zee, waar de schilder Bernard Blommers rond 1900 graag werkte. De kleur van de kousen is dus niet willekeurig. Elke Nederlander uit die tijd zou meteen begrijpen dat het hier om een gereformeerd meisje ging.

Deze gelovigen zijn streng in de leer. Daarom hebben de meisjes, al zitten ze mijmerend in het duin of genieten ze met man en kind van de vrije avond, toch altijd een breikous in de handen: ledigheid is immers des duivels oorkussen. Die uitdrukking betekent dat een lui mens al snel tot slechte dingen komt, en de duivel ter wille is, hem als het ware een hoofdkussen verleent. De breiende meisjes laten zo zien dat ze ijverig en gelovig zijn, en dat er geen plek is voor de duivel in hun leven. Hoewel… die blote voetjes...

tekst: Jenny Reynaerts, Conservator Schilderijen 18de en 19de eeuw



BJ Blommers. Het breistertje SK-A-1327



Jacob Maris. Dorpelingen SK-A-2926



BJ Blommers. Breiend meisje op een duin SK-A-3075

1 opmerking: